Einde van het statuut voor buitenlandse kaderleden – eindelijk rechtszekerheid!

19-01-2022

Na bijna 40 jaar valt het doek over het bijzonder stelsel voor buitenlandse kaderleden. Deze regeling was gebaseerd op een administratieve circulaire en had dus geen wettelijke basis. De programmawet van 1 december 2021 brengt hier verandering in.

Vanaf 1 januari 2022 is er niet langer sprake van het “statuut voor buitenlandse kaderleden”, doch er worden twee bijzondere stelsels ingevoerd, nl. een bijzonder stelsel voor ingekomen belastingplichtigen en een bijzonder stelsel voor ingekomen onderzoekers. Deze stelsels zijn van toepassing wanneer er sprake is van een aanwerving in het buitenland of een terbeschikkingstelling binnen een multinationale groep.

Het bijzonder stelsel voor ingekomen belastingplichtigen kan zowel op werknemers als bedrijfsleiders van toepassing zijn, terwijl enkel werknemers kunnen vallen onder het bijzonder stelsel voor ingekomen onderzoekers.

In tegenstelling tot wat voorheen het geval was, kunnen de nieuwe stelsels zowel van toepassing zijn op rijksinwoners als niet-rijksinwoners. Doordat het toepassingsgebied niet is beperkt tot niet-rijksinwoners, wordt de problematiek van de “fiscale staatlozen” vermeden, en kunnen de desbetreffende belastingplichtigen zich desgevallend beroepen op dubbelbelastingverdragen.

Om onder één van beide stelsels te kunnen vallen, moet zijn voldaan aan drie cumulatieve voorwaarden gedurende 5 jaar (60 maanden) voorafgaand aan de indiensttreding in België:

  • De ingekomen onderzoeker of belastingplichtige mag geen Belgisch rijksinwoner geweest zijn;
  • De ingekomen onderzoeker of belastingplichtige mag niet gewoond hebben binnen een afstand van 150 km van de grens;
  • De ingekomen onderzoeker of belastingplichtige mag niet in de Belgische BNI belastbaar zijn geweest op beroepsinkomsten.

In het stelsel voor ingekomen belastingplichtigen is bovendien een voldoende hoge bezoldiging vereist, nl. 75.000 EUR per kalenderjaar. Dit bedrag is een brutobedrag, waarin niet zijn inbegrepen de vrijgestelde bezoldigingen op grond van art. 38 WIB92, de kosten eigen aan de werkgever. Dit nieuwe stelsel stelt geen voorwaarden op het vlak van opleidingsniveau. Bij de onderzoekers, is wel een diplomavereiste ingevoerd of een relevante ervaring van 10 jaar in bepaalde domeinen.

De voordelen die worden verleend aan beide stelsels zijn identiek, nl. dat 30% van de brutobezoldiging wordt aanvaard als kosten eigen aan de werkgever, met een maximum van 90.000 EUR. Deze vergoeding wordt geacht alle wederkerende uitgaven te omvatten die de belastingplichtige heeft gedaan ten gevolge van zijn aanwerving of ter beschikking stelling in België. Zo gaat het onder meer om bijkomende kosten verbonden aan de huisvesting, de levensduurte, privéreizen naar het land van herkomst, de verplaatsing naar het land van herkomst omwille van geboorte, huwelijk of overlijden van een familielid.

Verder worden drie soorten kosten aanvaard als kosten eigen aan de werkgever zonder beperking van het bedrag, nl. verhuiskosten, kosten verbonden aan de inrichting van de woning en schoolkosten in België voor de kinderen of partner. Voor deze kosten zijn bewijsstukken vereist.

kaderleden

Om te kunnen genieten van de voordelen van beide stelsels, moet de werkgever of de vennootschap via elektronische weg een aanvraag indienen bij de door de administrateur-generaal van de Algemene Administratie van de Fiscaliteit aangeduide dienst. De aanvraag moet worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de indiensttreding van de belastingplichtige in België.

In geval van een positief antwoord, is het stelsel van toepassing op de bezoldigingen die door de ingekomen belastingplichtige worden verkregen vanaf zijn indiensttreding in België.

De regeling geldt voor vijf jaar, en kan eventueel worden verlengd met drie jaar. Daarna vervalt het statuut definitief.

Het hierboven besproken stelsel is van toepassing de inkomende belastingplichtigen en inkomende onderzoekers die in dienst treden in België vanaf 1 januari 2022.

In de wet wordt in een overgangsregeling voorzien. Het oude stelsel op basis van de circulaire van 1983, kan nog gedurende maximaal 2 jaar worden toegepast door diegenen die niet wensen over te stappen naar de nieuwe regeling, of die niet voldoen aan de voorwaarden van één der nieuwe stelsels. Na die periode vervallen voor hen alle expatriatie voordelen.

Personen, die op 31 december van 2021 onder het oude stelsel vallen kunnen eventueel een aanvraag indienen om over te stappen naar het nieuwe stelsel. Dit kan enkel indien ze kunnen voldoen aan alle nieuwe voorwaarden. De periode, die reeds onder het oude stelsel werd benut, wordt in mindering gebracht van de maximale duurtijd waarvoor het nieuwe stelsel kan worden toegepast.


Indien u hieromtrent verdere vragen heeft kan u contact opnemen met Mr. Luc De Meyere (lu**********@dv*******.be">lu**********@dv*******.be) en Mr. Stijn Plas (st********@dv*******.be">st********@dv*******.be).

 

Doolaege, Verbist & De Meyere BV
Koning Albertlaan 165
9000 Gent
BE 0647.999.788

+32 (0) 9 242 80 10
info@dvdtaxlaw.be