Vlaamse Regering plant belangrijke wijziging van het fiscaal gunstregime voor familiale vennootschappen: residentieel vastgoed wordt uitgesloten
In een recent goedgekeurd voorontwerp van Programmadecreet bij de begroting 2026 kondigt de Vlaamse Regering belangrijke wijzigingen aan voor het gunstregime in de schenk- en erfbelasting voor familiale vennootschappen. In essentie komt de gewijzigde regelgeving erop neer dat residentieel vastgoed zal worden uitgesloten van het gunstregime en dat er een verplicht waarderingsverslag zal moeten worden opgesteld. De voorgestelde wijzigingen zouden in werking treden op 1 januari 2026 en van toepassing zijn op alle authentieke schenkingsakten die worden verleden (of nalatenschappen die openvallen) vanaf die datum.
Dit voorontwerp maakt deel uit van een breder pakket aan hervormingen in de schenk- en erfbelasting. Naast de wijzigingen aan het gunstregime voor familiale vennootschappen, voorziet het decreet ook in een nieuw verlaagd tarief voor de erfgenamen van kinderloze alleenstaanden (de zgn. “singlevermindering”), een verhoging van de voetvrijstelling voor de langstlevende partner (van 50.000 EUR naar 75.000 EUR), en een verstrenging van de voorwaarden voor het verlaagd verkooprecht (2% i.p.v. 12%) bij de aankoop van de enige eigen woning. In dit nieuwsbericht beperken wij ons tot een bespreking van de voorgenomen wijzigingen aan het fiscaal gunstregime bij de schenking of vererving van familiale vennootschappen.
1. Het huidige fiscaal gunstregime
Vennootschappen die kwalificeren als een “familiale vennootschap” kunnen vandaag genieten van de volgende fiscale gunstregeling:
- Wanneer de aandelen van een familiale vennootschap worden geschonken: is dit volledig vrijgesteld van schenkbelasting [1],
- Wanneer de aandelen van een familiale vennootschap worden vererfd: geldt er een vlak verlaagd tarief van 3% (in rechte lijn of tussen partners) of 7% (in andere gevallen) [2].
Om van dit gunstregime te kunnen genieten, moet de vennootschap voldoen aan verschillende voorwaarden:
- De overdrager moet, tezamen met zijn familie, een bepaald percentage aanhouden in deze vennootschap (in beginsel is dit 50%, maar hier bestaan uitzonderingen op) (de participatievoorwaarde),
- De vennootschap heeft een nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteit, of beoefent een vrij beroep (de handelsactiviteitsvoorwaarde),
- De activiteit die wordt uitgevoerd door de vennootschap moet ook kwalificeren als een “reële economische activiteit”. Dit criterium wordt getoetst aan de hand van twee parameters: het onroerend goed op de balans en de personeelskosten in de resultatenrekening. Een vennootschap die te veel onroerende goederen heeft, zonder dat dit gecompenseerd wordt door voldoende personeelslast, wordt vermoed geen reële economische activiteit uit te oefenen. Dit vermoeden is evenwel weerlegbaar.
Van zodra is voldaan aan de wettelijke voorwaarden, kan de volledige waarde van de aandelen genieten van het fiscaal gunstregime, ook al zijn bepaalde activa van de vennootschap niet gelinkt aan de operationele economische activiteit. Een recent voorbeeld uit de rechtspraak betreft het zgn. “Beenhouwerij-arrest” van het hof van beroep van Gent [3]. In dit arrest werd door het hof geoordeeld dat de aandelen van een slagersvennootschap in aanmerking kwamen voor het gunstregime, ook al bezat deze vennootschap daarnaast ook een aanzienlijk (privaat) vastgoedpatrimonium (de gezinswoning, een tweede verblijf, verhuurde appartementen, bouwgronden, enz.). Bovendien kwam het hof tot de vaststelling dat, wanneer een dergelijke vennootschap kwalificeert voor het regime van familiale vennootschappen, de volledige waarde van de aandelen onder het gunsttarief valt (inclusief de waarde van het privaat patrimonium dat wordt aangehouden door de familiale vennootschap). Het Grondwettelijk Hof oordeelde recent dat een dergelijke interpretatie niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel [4].
2. Wat verandert er?
Aan de hand van het recent goedgekeurde wetsontwerp wenst de Vlaamse regering de bovenvermelde rechtspraak buiten spel te zetten. Volgens de parlementaire voorbereiding zou het immers “geenszins de bedoeling [zijn] dat zuiver privaat patrimonium onder de vrijstelling of aan het verminderd tarief wordt overgedragen”.
Vandaar dat de Vlaamse regering het gunstregime wil beperken tot de operationele bedrijfsactiviteit (met uitsluiting van niet-bedrijfsgerelateerd vermogen), zonder het gunstregime volledig af te schaffen.
De belangrijkste aanpassingen zijn als volgt:
- Uitsluiting van residentieel vastgoed.
Net zoals dit op vandaag reeds het geval is voor familiale ondernemingen (zonder rechtspersoonlijkheid), wordt ook voor familiale vennootschappen het residentieel vastgoed uitgesloten van de gunstregeling. Concreet gaat het om onroerende goederen die tot bewoning worden aangewend of daartoe zijn bestemd, met inbegrip van bouwgronden.
In de huidige tekst van het voorontwerp wordt hierbij geen onderscheid gemaakt naargelang de sector waarin de vennootschap actief is. Dit betekent dat er geen uitzondering is voorzien voor woningen die in het kader van de bedrijfsuitvoering worden aangewend (bv. woningen verhuurd aan buitenlands personeel of een conciërgewoning). Ook is er niet voorzien in een uitzondering voor vennootschappen die op professionele basis residentieel vastgoed verhuren (bv. professionele aanbieders van serviceflats of studentenhuisvesting).
Ander vastgoed (bv. een winkelpand, een magazijn of kantoorgebouw) blijft wel in aanmerking komen voor het gunstregime, zo ook wanneer dit wordt verhuurd aan derden. Ook geldbeleggingen binnen de vennootschap blijven buiten schot.
Als gevolg van de uitsluiting van residentieel vastgoed, zou het gunstregime enkel nog van toepassing zijn op het gedeelte van de waarde van de aandelen dat geen betrekking heeft op deze component van het vennootschapsvermogen. Het gedeelte van de waarde dat betrekking heeft op residentieel vastgoed, zou worden uitgesloten en belast aan het de normale tarieven inzake schenk- of erfbelasting (weliswaar aan het tarief voor roerende goederen).
Deze uitsluiting geldt zowel voor vastgoed dat rechtstreeks wordt aangehouden door de familiale vennootschap als voor vastgoed dat onrechtstreeks wordt aangehouden via participaties van ten minste 10% in een dochtervennootschap.
- Verplicht waarderingsverslag
Om de belastbare basis correct te kunnen bepalen en de juiste splitsing te kunnen maken tussen het residentiële en niet-residentiële gedeelte, zal de belastingplichtige voortaan worden verplicht om een waarderingsverslag te laten opstellen. Dit verslag moet worden opgemaakt door een bedrijfsrevisor (die niet de commissaris is) of een gecertificeerde accountant. Dit verslag moet voorafgaand aan de schenking worden opgesteld en binnen de 7 dagen na registratie van de schenkingsakte worden ingediend bij de Vlaamse Belastingdienst. Om het verlaagde tarief in de erfbelasting te verkrijgen, moet eenzelfde verslag als bijlage bij de aangifte nalatenschap worden toegevoegd.
- Uitbreiding bestaande mogelijkheid tot het aanvragen van een voorafgaand attest
Op dit moment bestaat reeds de mogelijkheid om, voorafgaand aan een voorgenomen schenking, een attest aan te vragen bij de Vlaamse Belastingdienst dat vermeldt of op het moment van het verzoek is voldaan aan de voorwaarden van het gunstregime. Met de nieuwe regelgeving zou bij de Vlaamse Belastingdienst ook een bevestiging kunnen worden verkregen over de waardering van de aandelen in het door de bedrijfsrevisor of accountant opgestelde verslag. Volgens het huidige ontwerpdecreet zou dit attest bindend zijn voor de Vlaamse Belastingdienst en dit zowel voor schenkingen als voor erfenissen. In geval van schenkingen zou het attest voor 60 dagen geldig zijn. Bij erfenissen moet het attest worden aangevraagd vóór het verstrijken van de aangiftetermijn.
3. Conclusie
In het kader van de begroting 2026 heeft de Vlaamse Regering een voorontwerp ingediend waarbij het huidige fiscaal gunstregime voor de schenking of vererving van een familiale vennootschap niet langer van toepassing zal zijn op de aandelenwaarde die wordt vertegenwoordigd door residentieel vastgoed.
Het voorontwerp voorziet dat de wijzigingen in werking treden op 1 januari 2026. Dit betekent dat zij van toepassing zullen zijn op authentieke schenkingsakten die worden verleden (of nalatenschappen die openvallen) vanaf deze datum.
Uiteraard betreft dit nog slechts een voorontwerp, en kan er dus nog een en ander worden gewijzigd en verduidelijkt. De principiële beslissing lijkt ons echter al te zijn genomen.
Voor aandeelhouders van familiale vennootschappen met residentieel vastgoed in portefeuille die toch al van plan waren om hun aandelen op (korte) termijn door te schenken, lijkt het ons daarom opportuun om deze schenking nog vóór 1 januari 2026 te laten verlijden. Op deze manier zou alsnog toepassing kunnen worden gemaakt van het huidige gunstregime, waarbij de volledige waarde van de aandelen (incl. de component vertegenwoordigd door residentieel vastgoed) zou kunnen worden vrijgesteld.
Ons team van specialisten volgt deze ontwikkelingen op de voet en helpt u graag verder met advies op maat over uw successieplanning en de overdracht van uw familiebedrijf.
[1] Artikel 2.8.6.0.3 VCF e.v.
[2] Artikel 2.7.4.2.2 VCF e.v.
[3] Gent 1 juni 2021, rolnr. 2020/AR/660.
[4] GwH 23 maart 2023, nr. 51/2023.

